Hans Mater
Co 20-002 Interview met de Bondscoach Met 2x WK en 4 x EK en een Intercontinental Cup. Veel ervaring en plezier
" de speler als sporter en ook als mens beter zien worden, dat is het allergaafst ! "
Hans Mater
Wie ben je en wat doe je? Stel jezelf even voor. Leeftijd?
Ik ben Hans Mater, 44 jaar jong, getrouwd met Marloes en heb twee kinderen. Jinthe (8) en Jurre(7). Ik ben werkzaam als Sporttherapeut in revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht , bij de KNHB voor het ParaHockey en bij Nevobo als bondscoach. Sinds 1 oktober niet meer voor Nevobo als medewerker breedtesport zitvolleybal/G-volleybal.
Ben jezelf actief sporter zo ja welke sport
Ik heb vanaf mijn twaalfde gevolleybald waarvan 7 seizoen in de eerste divisie (huidig Topdivisie niveau).
Waarom en wanner bent je gestart met coachen?
Vanaf 1997 ben ik echt begonnen met trainen en coachen van teams. Eerst vooral met jeugd, regio talententeams vervolgens meer naar senioren teams van eerste klasse t/m eerste divisie. In 2013 vroeg Jozé Banfi om ik zijn assistent bij het nationale heren zitvolleybalteam wilde worden. Met mijn achtergrond als volleyballer en werkzaam in De Hoogstraat ging ik deze uitdaging aan. Ik vind het vooral leuk om sporters beter te laten worden, te laten werken aan hun eigen gestelde doelen en zich te laten ontwikkelen als mens. Coachen is wat mij betreft een ontwikkelings- en ervaringsvak. Ik heb mijn VT4 diploma en ben sinds begin 2019 begonnen met de TOPcoach5 opleiding van NOC*NSF.
Welke motivatie voor zitvolley in bijzonder?
In 2008 ben ik in contact gekomen met zitvolleybal op de Paralympische Spelen in Peking. In 2013 vroeg Jozé Banfi of ik assistent wilde worden. Ik dacht toen eerst wel wat een duffe sport een beetje zitten op de grond. Toen ik een keer ben gaan meetrainen was ik binnen 5 minuten om. Wat een leuke dynamische sport! Uiteindelijk heb ik om de sport beter te leren kennen/begrijpen een jaartje in de eredivisie zitvolleybal meegedraaid.
Wat zijn de verschillen voor jou met trainen tussen Volleybal en Zitvolleybal ?
Dat vind ik een interessante vraag. Ik ben toentertijd zonder enige knowhow van zitvolleybal ingestroomd. Tuurlijk wist ik veel over diagnoses vanuit mijn werk in het revalidatiecentrum maar zitvolleybal was nieuw. Van Joze kreeg ik al snel het vertrouwen dat ik de trainingen mocht geven. Ik weet nog goed dat ik bij de eerste training meteen iets verkeerd deed. Was ik gewend bij inslaan dat iedereen achter de bal aanrent en vervolgens aan de andere kant gaat aanvallen. Dit liet ik ook de zitvolleyballers doen. Was wel een mooie schuifoefening voor de spelers haha! Ik denk dat reguliere trainers ook prima zitvolleybal trainingen kunnen geven. In de afgelopen jaren hebben we aantal nieuwe verenigingen die zitvolleybal wilden opstarten gehad maar uiteindelijk bleek ook dat het vinden van een trainer ook een groot probleem is! De drempel is dus hoog voor ze. Het idee om een module zitvolleybal in de basisopleidingen van de Nevobo op te nemen is helaas nog niet opgepakt. Dit is denk ik de beste manier om meer trainers te werven voor zitvolleybal. Verder als je creatief, kan aanpassen en innoverend bent kom je al een heel eind. Maar ook de belasting/belastbaarheid van spelers is een zelfde thema die terug komt. Oftewel er zijn niet heel veel verschillen in het trainen van volleybal en zitvolleybal.
Als Bondscoach heb je internationale ervaring(en)? welke?
4 EK’s (2013,2015, 2017 en 2019)
2 WK’s (2014 en 2018)
1 Intercontinental Cup (2016)
Wat zijn de mooiste momenten als coach voor jou ?
-
5e plaats op EK in 2013 kort na het overlijden van Joze Banfi. Wat een emoties na de laatste wedstrijd!
-
De winst op Rusland tijdens Sarajevo Open 2015. In die wedstrijd lukte echt alles.
-
De winst op Polen met nieuwe team op EK 2019. Wisselvallige wedstrijd maar op vechtlust sleepten we de wedstrijd eruit.
-
Dat we als team in 2015 kleding brachten aan een dorpje in Bosnië die bedolven was onder de modderstroom. De dankbaarheid van de bewoners was groot. Dit samen delen was voor mij ook heel waardevol.
-
Maar ook de spelers als sporter beter zien worden en als mens dat vind ik eigenlijk nog het allergaafst!