SPI 20-008 Interview (ex)-Internationaal Top speelster Aletta Slagter
Haar palmares:3x goud bij de WK’s in 1994, 2000 en 2002. 5x goud bij de EK’s in 1993, 1995, 2003 en 2005. 2x brons bij de EK‘s in 1997 en 1999. 1x zilver bij de Paralympische Spelen in Athene in 2004.
Stel jezelf even voor. Wie ben je/ en wat doe je?
Mijn naam is Aletta Slagter (in de zitvolleybalwereld lange tijd Aletta Adema), ik ben nu 60 jaar en woon in Sneek samen met mijn partner René. Onze kinderen en kleinkinderen zijn erg belangrijk voor ons. Al jaren ben ik werkzaam binnen het onderwijs en op dit moment is mijn functie Ambulant Begeleider voor gedrag binnen de Stichting Palludara met 14 scholen. Een mooie afwisselende baan. Daarnaast blijft de sport nog een belangrijk onderdeel bij ons. Verder genieten we in onze vrije tijd graag van het varen met ons bootje, fietsen, kamperen, uit eten gaan en veel gezelligheid met familie en vrienden.
Bij welke club speel je zitvolleybal of heb je gespeeld en wat zijn je mooiste resultaten? Waarom en wanneer ben je gaan zitvolleyballen?
Al jaren ben ik verbonden aan F.D.S.-Sneek. Rond mijn 18e ging ik met mijn zus mee om te kijken naar de training van het zitvolleybal. Zij had altijd op hoog niveau staand gespeeld maar kon dit niet meer doen. Uiteindelijk ben ik meteen lid geworden van FDS en later ook mijn zus. Ik had nooit een sport kunnen doen en moest van de fysio altijd zwemmen – alles wat moet dat vind je dus niet leuk. Meteen voelde ik mij goed bij het zitvolleybal en de gezellige groep. We hebben fantastische jaren gehad met het team. Iedere week trainen, competitie spelen, meedoen aan toernooien, de Sportweek op Ameland en meerdere jaren naar een internationaal toernooi. Jammer genoeg zijn heel veel van de jaarlijkse toernooien er niet meer. Op dit moment heeft FDS twee teams waarvan 1 team in de Ereklasse en 1 team i.s.m. Haulerwijk en Hardenberg voor de toernooidagen. In de laatste jaren was de 2e plaats van Nederland ons beste resultaat van het 1e team en wist het 2e team te promoveren van de 2e naar de 1e klasse. Door Corona is alles nu anders en hopen we volgend seizoen weer veel te kunnen zitvolleyballen. Zelf ben ik geen actieve sporter meer, maar ondersteun ik bij de trainingen en wedstrijden en regel ik de wedstrijdzaken voor FDS.
Wat is je ervaring met zitvolleybal en Wat heeft het zitvolleybal je gebracht?
Het zitvolleybal heeft mij veel gebracht - sportplezier, conditie, wedstrijdervaring, vele ontmoetingen internationaal, vriendschappen, reizen, discipline, doorzetten, mooie feesten. Bij mijn sollicitaties werd er gevraagd: ”Maar jij bent toch die zitvolleybalster die goud heeft gewonnen”? Dan was ik al met één been binnen.
Je hebt internationale zitvolleybal ervaringen. Waar ben je geweest wat waren jouw mooiste of bijzondere ontmoetingen?
Met het dames zitvolleybalteam heb ik de volgende prijzen gewonnen:
3x goud bij de WK’s in 1994, 2000 en 2002. 5x goud bij de EK’s in 1993, 1995, 2003 en 2005. 2x brons bij de EK‘s in 1997 en 1999. 1x zilver bij de Paralympische Spelen in Athene in 2004.
Door alle internationale wedstrijden kom je in veel landen. Ook verschillende trainingskampen in Slovenië en Finland waren mooie ervaringen. De reis naar Japan heb ik als heel bijzonder ervaren. Tijdens de weken van de grote wedstrijden/ toernooien, kregen we altijd een dagdeel de tijd dat we ook iets van het land konden zien. Dat werd ingepland in het schema van de week. Omdat we tijdens de periode dat ik in het Nederlands team zat na een paar jaar status van het NOC/NSF kregen, was het voor mij mogelijk om werk en sport te combineren. Als we een week met het team op pad waren, dan betaalde het NOC/NSF de kosten voor een invaller (het werk blijft in het onderwijs niet op je wachten). En als we dan een medaille hadden gehaald, kreeg ik een groot welkom op school en in het dorp. Ik heb mooie herinneringen aan de spannendste wedstrijden – echt knokken tot die laatste punt valt. Wat een adrenaline en wat is het dan een heerlijke overwinning. Een intens gevoel als je op het hoogste podium mag staan en het Wilhelmus voor jou en je team speelt. Maar als je twee keer afgefloten wordt bij een goed blok tegen de nr12 van China in de paralympische finale in Athene, dan blijft je dat ook bij. Ooit een wedstrijd in Slovenië gehad waar we met 2-0 achter stonden – bij verlies liepen we de finale mis. Het was ongelooflijk warm (30+) en er kwam een enorme onweersbui die de hele sporthal in het donker zette. Voor ons het moment om in het donker met elkaar de focus en mentale strijd weer op orde te krijgen. Toen het licht weer aanging waren we er klaar voor en wonnen we de wedstrijd met 3-2. Dat ik al deze mooie ervaringen heb mogen delen samen met mijn vriendin Maria maakt het wel extra speciaal. Altijd samen naar de trainingen en samen naar de wedstrijden. Dat is heel bijzonder. En zelfs ook een periode met mijn zus Janneke mogen spelen in het Nederlands team. Helaas kwam zij (door het systeem) niet door de keuringen. De vele internationale ontmoetingen binnen en buiten het veld zijn de extra’s die je ontvangt als je met het Nederlands team naar de internationale toernooien gaat. Dezelfde passie delen met teams uit andere landen met andere culturen vond ik echt een grote meerwaarde. Binnen ons team hebben we ook hele trieste verliezen meegemaakt. Onze trainers Kor Ratsema en Joze Banfi, onze speelsters Norma, Petra en Anja hebben we allemaal veel te jong verloren. Zij hadden allemaal een belangrijke plaats binnen ons team en ik denk dan ook nog regelmatig aan ze terug.
Maria en ik hebben voordat het damesteam van de grond kwam veel meegereisd met het herenteam als supporter. Daar genoten we van de fantastische wedstrijden op het hoogste niveau. Op avond, na het werk, heen en weer naar Duitsland om maar geen wedstrijd te missen. Twee weken Paralympics in Barcelona, wat een ervaring. In 1993 mochten we zelf onze eerste internationale wedstrijd tijdens het EK in Finland spelen. We speelden o.a. in shirts van FDS omdat er nog niet voldoende kleding was voor het damesteam. En goud! Vanaf de start van het damesteam was er altijd een oranje tribune van familie, vrienden en teamgenoten – fantastisch om zoveel ondersteuning te krijgen, dat was een echte meerwaarde. In 2000 kregen we midden in de nacht telefoon uit Australië. Daar was de beslissing gevallen dat er in 2004 in Athene voor het eerst zitvolleybal dames zou zijn. Genoeg om keihard voor te gaan trainen met zijn allen. Daar hebben we zilver gewonnen. Een medaille waar ik nog steeds trots op ben.
Denk je dat jouw internationale prestaties een voorbeeldfunctie kunnen hebben om mensen aan het zitvolleyballen te krijgen?
Het is van belang dat (oud) internationals een voorbeeld kunnen zijn om mensen aan het zitvolleyballen te krijgen. Ondersteunen bij clinics ed. Ook belangrijk om aan te geven dat zitvolleybal op meerdere niveaus gespeeld kunnen worden.
Om Internationaal te spelen moet er een Classificatie (handicap) keuring plaatsvinden. Hoe ervaar je deze keuringen en zouden deze moeten veranderen of juist niet?
Ik vond deze keuringen verschrikkelijk. Vooral de eerste keuringen voor de dames in Finland waren niet best. Meten hoeveel ruimte je op je gewrichten hebt – hard trekken en je heupen uit de kom. Daar heb je dan het hele toernooi last van. Voor de sport zou het heel belangrijk zijn dat sporters die niet meer staand mogen en kunnen volleyballen ook een classificatie kunnen krijgen. Daarna kun je de discussie aangaan of er (i.v.m. de Paralympische eisen) in het veld 1 of 2 grijze spelers mogen zitten. Bij mij gingen er op een gegeven moment punten af omdat ik links en rechts hetzelfde probleem had – dan heft elkaar dat op en rekenen ze dat niet mee. Ook kijken ze naar welk deel iemand van zijn voet of been mist of te kort is – is het een te klein deel, dan ben je niet zwart. Lijkt mij dat je dan altijd zwart gekeurd moet worden. Zo zou er mijns inziens zeker nog wel zaken moeten veranderen binnen de keuringen. En daarna moet je als sporter (ongeacht handicap) knokken voor je plek in het Nederlands team.
Wat denk je dat er nodig is om het zitvolleybal meer populair te maken in ons land? Meer richten op sporters met blessure of meer richten op wekelijkse publiciteit?
Zitvolleybal is een hele toegankelijke sport omdat er geen grote aanpassingen (behalve dan de maten van het veld) nodig zijn. Op die manier kan iedereen meedoen en is de doelgroep groot. Richten op sporters met een blessure is van belang, maar zeker ook sporters vinden met een handicap als amputatie of andere lichamelijke problemen. Juist voor deze groep is het zitvolleybal een grote meerwaarde voor de conditie, sportplezier, uitdaging en speel je met sporters met en zonder handicap binnen de vereniging. Binnen het veld is geen verschil. Voor de nationale teams is het van belang dat er voldoende goede zitvolleyballers zijn die binnen de classificatie van de keuringen passen. In Friesland is er in de media altijd veel aandacht als er Friese sporters internationale wedstrijden spelen. De krant en radio werken dan actief mee aan publiciteit. Het is belangrijk dat zowel de heren als dames weer mee gaan doen aan WK’s en Paralympics. Dat trekt belangstelling en merk je dan ook meteen in populariteit naar de verenigingen toe.
Waarom zou iemand moeten gaan zitvolleyballen? Zie je zitvolleybal als een Sport voor iedereen of voor een bepaalde doelgroep?
Zitvolleybal is een heerlijke sport waar je al je energie in kwijt kunt. Het is een technische sport en je moet je inzicht gebruiken. De verschillende taken binnen het veld zorgen ervoor dat er voor iedereen een onderdeel is waar die in kan specialiseren. Binnen de verenigingen is iedereen welkom. Wel is de sport ontstaan om goed te kunnen volleyballen op een aangepaste manier. Het is belangrijk om de doelgroep waar het zitvolleybal voor opgezet is juist niet te vergeten en bij deze doelgroep te stimuleren om te gaan zitvolleyballen. Dit is ook belangrijk voor het blijven meedoen aan EK’s, WK’s en Paralympics voor onze mooie sport.
Indien je niet meer zelf actief speelt, zou je dan voor zitvolleybal iets willen gaan doen?
Momenteel doe ik dit nog binnen FDS.
Ervaar je ook nog obstakels bij het Zitvolleybal? Denk aan afstanden, vervoer of accommodatie problemen?
Veel nieuwe mensen vinden de afstanden om wedstrijden te spelen wel een punt. Vaak zijn ze gewend om in de regio te spelen. Maar we weten uit ervaring dat dit snel went en je er met elkaar een prima en gezellige dag van maakt. Bij FDS hebben we onze vaste adresjes waar we na afloop lekker gaan eten. Maar voor sommigen blijft dit wel een obstakel.
Heb jezelf nog ideeën hoe het zitvolleybal nationaal of internationaal zich zou moeten ontwikkelen of heb je enkele opmerkingen?
Het lijkt me goed om internationaal aan de keuringen te werken.